Bye Bye vleesindustrie

De seksuele revolutie is pas een halve eeuw oud. Het eeuwenlange gebruik van schapendarm en sinds 1844 van Goodyear rubber als condoom was niet algemeen gangbaar. De pil, IVF en kunstmatige inseminatie brachten de doorbraak in het midden van de twintigste eeuw. De verworven kennis heeft ook geleid tot het intensief fokken met dieren. Schadelijke virussen als het Aviaire pluimvee Leukemie Virus (ALV) en het Boviene runder Leukemie Virus (BLV) zijn aangetopond in rauwe ei eiwitten en vleeswaren. Eenmaal genesteld in de stamcellen van darm of borstklierweefsel veroorzaken zij ongebreidelde woekeringen. Door het intensief fokken en ophokken van vee wordt het territorium van de kip, het konijn, de parkiet, de koe en de geit overschreden. Vogelgriep, Mexicaanse griep, Q-koorts en gastro-enteritis zijn het gevolg. De kleinste bacteriën zoals chlamydia pneumoniae van tropische vogels en schadelijke leukemievirussen van vee en pluimvee verspreiden zich over dierenverzorgers en consumenten.

Nederland, België en Engeland hebben sinds jaren de hoogste sterfte aan longkanker in de wereld en ook de sterfte aan borstkanker en prostaatkanker is zeer hoog wereldwijd, vergeleken met andere landen. 

Onze westerse gezondheidszorg en hygiënische inzichten hebben de kindersterfte sinds de 19e eeuw sterk verminderd. Grote verschillen worden wereldwijd nog aangetroffen in sterftecijfers door kanker, die spectaculair lager zijn in India, China en Japan. Een hoger en toenemend aandeel van dierlijke eiwitten en vetten in de voeding in het Westen is hiervan de oorzaak. 

De meeste ziekten in de gematigde zones in het Westen kwamen van ziekten van het vee (runderen, varkens en kippen) waarmee onze voorouders in nauw contact leefden nadat de dieren waren gedomesticeerd. Ziekten als de pest en cholera kunnen met antibiotica worden bestreden, kleinste bacteriën als Chlamydiae en leukemievirussen zijn veel moeilijker of zelfs niet afdoende te behandelen. 

Veel mensen realiseren zich wat er gebeurt op "mega boerderijen" en slachthuizen; het veranderen van dieren in voedsel is in een hogere versnelling gekomen. Ze hebben de documentaires gezien over milieuschade veroorzaakt door veeteelt, en ze zijn minder dierlijk voedsel gaan eten met de bedoeling het zoveel mogelijk met betere, op planten gebaseerde opties te verdringen