Perzie, Chaldea en Susiane De Aarde en Haar Volken, 1885-1887 Perzie, Chaldea en Susiane De Aarde en Haar Volken, 1885-1887

Perzie, Chaldea en Susiane De Aarde en Haar Volken, 1885-1887

    • 2,99 €
    • 2,99 €

Description de l’éditeur

29 Maart 1881.—De stad Erivan maakt een prettigen indruk: hare huizen met platte daken zijn voor het meerendeel door tuinen omringd. De witte bloesems der vruchtboomen en de wit gepleisterde muren van eenige half in europeeschen trant opgetrokken woningen steken vroolijk af tegen de grijze massa der inlandsche huizen, waarboven zich de koepels der moskeeën verheffen. Indien de groen geverfde koepel der russische kerk ons niet herinnerde dat wij ons nog altijd in het rijk der Czaren bevinden, zouden wij ons gemakkelijk kunnen verbeelden, reeds in Perzië te zijn.


Onze kales rijdt in vollen galop door de stad, en onze vlugge postpaarden brengen ons weldra aan het logement, waar wij afstijgen, gevolgd en aangegaapt door de inwoners, in menigte toegestroomd om de vreemdelingen te bekijken. Jong of oud, zijn deze toeschouwers genoegzaam zonder uitzondering leelijk. Sommigen dragen de platte pet van de Klein-Russen en de lange toegeknoopte jas, bij ons onder den naam van pool bekend; anderen dragen een cylindervormigen papash van schapenvel en het met bont gevoerde ruime gewaad der oorspronkelijke inwoners dezer streken. Bij allen hangt het hair in lange stijve lokken langs het bleeke gelaat, waarop niets te lezen valt, geen spoor van geest of vernuft, van hartstocht of gevoel. En met deze doffe onverschilligheid van hun voorkomen stemt hunne geheele houding, stemmen al hunne bewegingen overeen.


Op de binnenplaats bespeur ik in een hoek een jeugdigen knaap, wiens verstandig en geestig gelaat des te meer in het oog valt bij het botte voorkomen der anderen. Zijne regelmatige trekken zweemen naar den zuiveren griekschen type; zijne zwarte krullende lokken omlijsten een bevallig gezicht, waaruit mij twee groote guitige oogen als starren tegenblikken; zijn oude versleten roode fez, die scherp tegen den grauwen leemen muur uitkomt, heeft onwillekeurig mijne aandacht getrokken. Hij is een jonge Armeniër, van Trebizonde afkomstig, en door eene karavaan van perzische kooplieden hier achtergelaten. Zoodra de knaap ons in het oog krijgt, snelt hij naar het rijtuig toe, ontlast ons van onze bagage en geleidt ons naar de deur, waarvoor verscheidene russische officieren staan, die na afloop der militaire manoeuvres hier komen ontbijten.


De inrichting van de herberg is ontegenzeggelijk beter dan die der gewone posthuizen, maar toch laat zij nog veel te wenschen over. De onvermijdelijke samovar en eene tafel, bedekt met de voor alle reizigers bestemde sponsen en kammen, vormen het geheele ameublement van eene kamer, waarvan de vastgeschroefde vensters gedeeltelijk met papier zijn beplakt. Het bed bestaat uit een dunne matras en een deken; lakens zijn er niet, en zijn ook niet noodig, want de Russen trekken, althans hier in Kaukasië, nooit hunne bovenkleeren uit als zij slapen gaan.


Eene walging bevangt mij bij het binnentreden in deze kamer, waar nooit versche lucht inkomt. Maar wij hebben geene keus en moeten de dingen nemen zoo als ze zijn. Het komt er bovenal op aan, een ontbijt machtig te worden; en daar ik het ongeluk heb, geen russisch te verstaan, moet ik mijn verlangen door teekens te kennen geven. Ik breng herhaaldelijk mijne vingers naar mijn geopenden mond, terwijl ik met de andere hand op mijne maag wijs. Maar deze duidelijke mimiek, die, dacht mij, overal verstaanbaar moest zijn, werd hier niet begrepen. Gelukkig kreeg mijn jonge Armeniër een goeden inval. Wel vermoedende dat de koetsier van de kales, waarmede wij meer dan tien dagen gereden hadden, ons verstaan zou, liep hij haastig weg en keerde aanstonds weer met den man terug. Deze brave Rus, van wien men te Tiflis verzekerde dat hij italiaansch verstond, maar die ook tot gebaren zijne toevlucht moet nemen, tracht mij de zaak op te helderen. Hij neemt mijn horloge, wijst op het cijfer van twaalf, schudt zijn hoofd en laat zijn tanden op elkander klapperen; vervolgens draait hij den wijzer op drie en gaat met een vroolijk gezicht aan tafel z

GENRE
Histoire
SORTIE
2009
29 juillet
LANGUE
NL
Néerlandais
LONGUEUR
988
Pages
ÉDITIONS
Library of Alexandria
TAILLE
1,2
Mo

Plus de livres par Jane Dieulafoy

Perzië, Chaldea en Susiane Perzië, Chaldea en Susiane
1916
La Perse, la Chaldée et la Susiane La Perse, la Chaldée et la Susiane
2023
À Suse - Journal des fouilles, 1884-1885 À Suse - Journal des fouilles, 1884-1885
2016
Téhéran Saint-Pétersbourg - Notes et souvenirs de voyage Téhéran Saint-Pétersbourg - Notes et souvenirs de voyage
2016
Aragon et Valence - Barcelone, Saragosse, Sagonte, Valence Aragon et Valence - Barcelone, Saragosse, Sagonte, Valence
2016
Parysatis Parysatis
2016